MIKE VAN DUINEN:
‘Ik heb altijd goed contact en een warme band met Excelsior gehouden’
Voetbalkunstenaar Piro ontwierp de Eredivisiebal voor het seizoen ‘22/’23. Hierbij staat het thema ‘waar het begon’ centraal. Derbystar gaat in een vijfdelige interviewserie langs bij clubs die spelen met de Eredivisiebal om een speler te laten vertellen over zijn weg naar de Eredivisie. Zo gingen we ook in gesprek met Mike van Duinen, speler van Excelsior Rotterdam. In een uitgebreid monoloog vertelt Van Duinen over waar het voor hem begon, zijn sterke band met ADO Den Haag en het relaxte leven op Kreta.
“Mijn voetbalverhaal begint in Den Haag, de stad waar ik geboren ben, veel heb geleerd en groot ben geworden. Ik heb er voor het eerst tegen een bal getrapt en mijn liefde voor voetbal is daar ontstaan. Ik voetbalde toen veel met mijn broer. Voetbal was sowieso erg belangrijk in ons hele gezin. We volgden het altijd en keken het veel. Dat maakte dat ik ook al heel vroeg ging voetballen bij een vereniging. Mijn eerste club was SV Die Haghe en daar heb ik jarenlang gespeeld, tot we gingen verhuizen.”
“We verhuisden naar Pijnacker, een dorpje naast Den Haag. We gingen daar wonen omdat we een veel groter huis voor veel minder geld konden krijgen. Door die verhuizing ben ik ook overgestapt naar een andere club die meer in de buurt zat: OLIVEO. Eigenlijk speelde bijna mijn hele vriendengroep daar. Een paar vrienden spelen daar nu ook nog in het eerste elftal. Als het in mijn agenda past bezoek ik nog graag een wedstrijdje van OLIVEO.”
Altijd in de weer met de bal
“Ik voetbalde niet alleen veel op de club. Eigenlijk was ik iedere dag wel met de bal op pad. Zeker vanaf het moment dat ik naar de middelbare school ging is er vrijwel geen dag voorbij gegaan dat ik niet heb gevoetbald met mijn vrienden. Het eerste dat ik deed als ik uit school kwam, was een bal pakken en naar buiten. Dat was iedere schooldag zo. Ik maakte tijdens de lessen alvast mijn huiswerk, zodat ik ’s middags na de laatste les direct naar buiten kon.”
“We hadden een vriendengroepje met jongens uit de buurt waarmee we samen gingen voetballen op een veldje bij mij in de straat. Dat was ons vaste veldje en daar waren we altijd te vinden.”
“Ik heb altijd wel de droom gehad om profvoetballer te worden, maar toen ik op mijn zestiende nog steeds bij de amateurs speelde, had ik er weinig vertrouwen in dat ik het nog zou kunnen maken als prof. Ik merkte wel dat ik getalenteerd was. Toen ik in de E’tjes speelde werd ik namelijk al eens gescout door Feyenoord en ADO Den Haag. Dat liep toen op niks uit. Ook speelde ik al veel eerder dan mijn leeftijdsgenoten in het eerste elftal. Ik wist wel dat ik talent had, maar met een profcarrière had ik toen geen rekening meer gehouden.”
De droom komt uit
“Mijn leven werd ineens heel anders toen ADO Den Haag weer kenbaar maakte interesse te hebben. Ik hoorde het op een zondagmiddag. De dag ervoor had ik met de A1 meegespeeld en die zondag speelde ik een wedstrijd met het eerste elftal. Na de wedstrijd kwam de voorzitter van OLIVEO bij me. Hij vertelde dat hij een brief had gekregen van ADO met de boodschap dat ze graag wilden dat ik stage kwam lopen. Het gevoel wat er toen door me heen ging was fantastisch. Al helemaal omdat ik het totaal niet meer verwachtte.”
“Ik zag het als een unieke kans, maar bleef er wel nuchter onder. Ik ging naar de stage met een instelling van ik ga erheen en ik zie het wel. Toch was ik stiekem wel wat zenuwachtig, want het was van jongs af aan al mijn grote droom.”
“De stage was bij de A1 en bestond uit twee trainingen en twee wedstrijden. Eén van de wedstrijden speelde ik verschrikkelijk. Bij de rust viel ik zelfs geblesseerd uit. Toen was ik erg verdrietig en dacht ik dat ik niet meer door zou gaan. Godzijdank wilden ze mij er toch graag bij hebben. Mijn droom kwam uit!”
Leven op zijn kop
“Met mijn overstap naar ADO veranderde er veel voor mij. In plaats van twee keer in de week trainen, trainde ik toen ineens vijf keer in de week. Naast het niveauverschil op de trainingen en de frequentie van de trainingen, zag mijn hele week er ineens anders uit. Ik hoefde alleen nog maar in de ochtenden naar school en als ik daarmee klaar was, ging ik tot laat trainen. Daardoor was ik ineens van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat van huis. Een hele verandering, maar wel iets waar ik enorm blij mee was.”
“Je hoort vaak dat jongens de hele jeugdopleiding hebben doorlopen bij een BVO en uiteindelijk in de A1 eruit worden gegooid. Per leeftijdscategorie zijn er misschien een handje vol jongens die uiteindelijk profvoetballer kunnen worden. Er vallen ieder jaar dus ontzettend veel voetballers af en daarom ben ik heel blij dat het bij mij andersom is gelopen. Al mijn vrienden heb ik namelijk ontmoet bij OLIVEO. Zo heb ik lang met mijn vrienden in de buurt kunnen spelen en trainen. Als ik bij een BVO had gezeten was ik vaak lang weggeweest, omdat je dan met een busje van de club wordt opgehaald om te trainen en naar school te gaan. Daarom ben ik heel dankbaar dat ik op relatief late leeftijd nog de kans heb gekregen om bij ADO te kunnen voetballen.”
“Ik denk dat ik mijn profcarrière te danken heb aan mijn drive en mentaliteit. Ik heb misschien niet altijd het meeste talent gehad, zeker niet als ik dat vergelijk met mijn leeftijdsgenoten bij ADO destijds. Maar mijn enorme inzet heeft mij gebracht waar ik nu ben en heeft me destijds bij ADO gebracht.”
Van debutant naar icoon
“Als jongen die geboren en getogen is in Den Haag, is het fantastisch om bij ADO terecht te komen. Ik was van jongs af aan al fan van die club. Zelf ben ik heel nuchter, maar ik deed het goed bij ADO en groeide daardoor langzaam uit tot een van de boegbeelden van de club. Dat was wel wennen voor mij, maar maakte me ook heel trots.”
“Na mijn debuut voor ADO ging het ontzettend snel. Mijn debuutwedstrijd was in de play-offs om Europees voetbal. We gingen door en speelden de finales om het Europese ticket tegen FC Groningen. Eerst wonnen we thuis met 5-1 en gek genoeg verloren we uit toen in Groningen met 5-1, waardoor we pingels moesten nemen. Dat was een krankzinnige dag. Het was fantastisch dat wij de ploeg waren die na de penaltyserie aan het langste eind trok. Wat een geweldig feest hebben we toen gehad met de supporters. Om dat in die prille fase van mijn loopbaan mee te maken was legendarisch. Daar denk ik nog vaak aan terug.”
“Ik kreeg heel veel liefde van de fans en als er een jongen uit de eigen stad bij ADO Den Haag komt spelen, dan scoor je automatisch pluspunten bij de supporters. Er werd daardoor wel wat meer van me gevraagd, want je wordt sneller een aanspreekpunt. Die rol paste mij wel. Ook al heb ik het later in Nederland bij Roda JC, PEC Zwolle en Excelsior – waar ik nu voor de tweede keer speel – ook ontzettend naar mijn zin gehad, ADO blijft altijd mijn club. Daar maak ik ook geen geheim van en ik denk dat iedereen dat inmiddels al wel van mij weet. Ik ben er geboren, was van jongs af aan fan en heb er zelf ook gespeeld. Die band is daardoor ontzettend sterk.”
Buitenlands avontuur in Griekenland
“Ondanks de hele goede band met ADO, was ik erg blij toen er afgelopen zomer een belletje kwam van Excelsior en ze me graag wilden hebben. Ik heb al eerder bij Excelsior gespeeld en dat was een hele fijne periode. Ik stond op dat moment onder contract bij OFI Kreta. Op Kreta had ik het ontzettend naar mijn zin. Er heerst daar in Griekenland een heel ander klimaat dan hier in Nederland. Daardoor trainden we vaak al vroeg in de ochtend en waren we de hele middag vrij. Ik was daar met mijn gezin en we gingen heel vaak naar het strand. Dat leefgenot was fantastisch.”
“Na een tijdje kreeg ik helaas steeds minder speeltijd. Toen moest ik de keuze maken tussen fijne omstandigheden om in te leven, of het meeste uit mijn carrière halen. Uiteindelijk ben ik een échte voetballer en wil ik het liefste iedere week spelen. Ik voel me nog hartstikke fit en ik vind het te vroeg om op de bank te zitten en als pinchhitter te fungeren. Toen de kans kwam om bij Excelsior in de Eredivisie te spelen, was de keuze daarom snel gemaakt.”
Thuis in Rotterdam
“Het voelt hier een beetje als thuiskomen, omdat ik altijd goed contact en een warme band met Excelsior heb gehouden. Het verhaal van Excelsior sprak me enorm aan. We zijn ambitieus en willen graag vooruit. Die stappen zetten we door hard te werken. Zodra het eerste fluitsignaal klinkt, geven we alles. Dat is iets wat erg bij mijn persoonlijkheid past.”
“Door mijn leeftijd ben ik al wel veel aan het nadenken over wat ik na mijn carrière zou willen doen. Toch vind ik het lastig om daar mee bezig te moeten gaan, omdat de focus al jarenlang op het spelen van wedstrijden ligt. Daarom wil ik in de jaren die ik nog heb om te voetballen, mezelf als mens ook ontwikkelen zodat ik weet wat ik na het voetbal graag zou willen doen. Maar de fans van Excelsior hoeven zich nog geen zorgen te maken. Voorlopig blijf ik nog lekker voetballen!”